Uit de Benificiaalboeken

Kerkgenootschap: Hervormde Gemeente "Donkerbroek-Haule"
Adres van de kerk: Dorpsstraat 76, 8432 PE Haule

De huidige kerk is gebouwd in 1854 en ingewijd op 18 november 1855. Op de toren prijkt niet de traditionele haan, maar evenals in Makkinga, het saksische paard. In de toren hangt de klok waarop staat, dat ze is gegoten ten tijde dat J.A. Willine grietman was van Ooststellingwerf en Tj. J. van der Lei, K.S. Hofstee en E.M. ten Hoor keerkvoogden te Haule waren. Anno 1830. Vroeger waren er twee kloken die in een klokhuis hingen.

Op een steen van de kerk staat "1854, den 20 Augustus is van deze kerk de eersten steen gelegd door H.H. Jhr. Mr. G.W. Lycklema á Nijeholt, burgemeester, B.A. Prakken en G. Attema, wethouders van Ooststellingwerf. Voltooid en ingewijd den 18 November 1855 door A.N.B. Huizinga v.d.m. te Donkerbroek en Haule". Op een andere steen staat: "1854. Dit Godshuis is herbouwd onder bestuur van de Kerkvoogden Alb. K. Hofstee, administrateur, E.M. ten Hoor (overleden 22 Augustus), H.K. Bosma, F.J. Stelling, H.J. Noorman Architect".

Wanneer de eerste kerk is gesticht is niet bekend, maar in 1328 was Haule al een afzonderlijk kerkdorp. In 1542 werd opdracht gegeven alle kerkegoederen op te geven. Al deze opgaven zijn verzameld in de zgn. Benificiaalboeken. Over Haule vinden wij daarin het volgende vermeld:

"Wij ingesetene op ter Haule, myt saempt dye gemeene meente aldaer, Claes Egbes, nu tertyt Stellinck op ter Haule ende de Wolden, Fogden, aengaende rycke ende gelycke doen condich, vermits desen onsen ceurbrieff, dewelcke Heer Lubbert geresigneert heeft, achte daegen voer alder Godes Heiligen. Ten Eersten dat Pastoers erue met huys, hoff ende heuren annexe mit twee dachmadt hooylands, gelegen toe Oisterwolde by dat kerkpat; noch een madt hoylandes op hilligemaet, zonder voerweyde ende naeweyde; noch in Claes landt vyier roeden hoylandts; en de in Johan Michiels lant iii y roeden hoylandts, ende Roeloffs landt drye roeden hoylandts. Item, dit zyn die geltrenten: Jan Wybertst stede 2 carolus guldens, den dach te betalen tot Ste Jans Midtsomer; noch Jan Bernts stede, anderhalff Philippus gulden of anderhalff mudde roggen; noch deselue stede acht stuurs tot Sre Johannes Midtsomer; noch Claes Eghberts erue, dae Abel Brals op woont, twee keysersguldens toe Ste Marten te betalen; noch een Philippus gulden, ouer arue, daer Jan Hendricx ende Jan Deenys op wonen; noch een Philippus gulden op Johan Gerres ende Grete Ruytenbors woent, den dach van betaline Ste Jan Midtsomer; noch een Philippus gulden dewelcke Jan Wybes heeft op syn lant toe Ste Andries te betalen; noch Johan Wybens dardehalue Philippus gulden, den dach van betalinghe toe Meye; noch ouer dach van betalinghe tot Ste Marten; noch ouer Eghbert Jans erue dardehalue Philippus guldens jaerlycxe renten, dach van betalinghe Ste Lambert; noch zes ende vyftich Vleemschen van lantrenten, daer de Pastoer de hoylanden selffs van gebruyckt, van de oplanden, dach te betalen tot Sinct Peter.

Item, XXI steden, yder een keyeschepel rogghe jaerlycx toe Ste Peter; ende Marten stede een kees halue mudde of een halue Philippus gulden. Item, XXI steden yder vyer bollen des jaers, een yder bolle twee stuuers ende jaertyden vyer stuuers, van olden dooden ende de achterdaden van olden dooden, twee keysers gulden, ende tusschen verrthyen of achteyen jaeren halff achetdaeden, de onjarige kinderen twee Vleemschen, die aen de Pastoer ende d' ander de Patroen; oeck de boekinge buyten Carspels; noch ouer Jan Garres ende Grete eruen een Philippus gulden, de dach van betalinghe translatio Martini. Hyer en tegens zal ons die Pastoor Goodes woort leeren oprechtelycken ende van quaden straffen; ende ytlicke syn carrecht (is kerkrecht) doen, hy sy jongh of oldt, die ghenhe die op de Haule woenen, naer ordinantie der Hilliger kerkcken a;s hy hoert; also verre als daer enyge onwillich is, zoe mach de Pastoer hem met de stellinck van stonden aen affrechten, al dinck sonder arch".